Wie weet niet dat de eerste lev­ens­fase van de mens ver­reweg het gelukkigst en het aan­ge­naamst is? ”, vraagt de Zotheid zich af in Erasmus’ meester­w­erk. Daarmee doelt ze op de kinder­lijke ver­won­der­ing en naïviteit die teloor­gaan wan­neer de jaren van ver­stand intre­den. Pianist Piet Kuijken gras­duint in het werk van enkele com­pon­is­ten die zich door die magis­che kinder­ti­jd lieten inspir­eren. Zo droeg Debussy zijn vrolijke suite Children’s Corner op aan zijn dochter Chouchou” – en aan haar speel­go­ed. Kurtágs Jatekók (Spelletjes) evo­ceert dan weer het spon­tane exper­i­ment van een kind aan het klavier. Net als deze cyclus graven ook Schumanns Album für die Jugend en Bartóks For Children dieper dan hun een­voud en ped­a­gogis­che opzet doen vermoeden.

Children's corner

Schumann, Debussy, Bartók, Kurtág

  • Historical pianos:  Piet Kuijken (BE)