Via de Byzantijnse han­del­sroutes bereik­ten de oost­erse klanken van de lyra het vroeg­mid­deleeuwse Europa. Net als de west­erse vio­la da gam­ba, ontroert ook de lyra al eeuwen de luis­ter­aar met haar melan­cholis­che tim­bre. In John Dowlands Lachrimae or Seaven Teares vervlecht­en het Franse gam­ba­con­sort L’Ach.ron en Sokratis Sinopoulos, meester in het spe­len van de Griekse lyra, deze twee unieke instru­menten tot een taal die oost en west over­sti­jgt. De zeven pavanes zijn vari­aties op Dowlands Lachrimae en verk­lanken tra­nen van ver­dri­et, liefde of nos­tal­gie. De melodie groei­de in haar lied­vorm uit tot een waar anthem in het 17e-eeuwse Engeland. Het intro­verte lied ver­beeldt tra­nen geplengd in ballingschap: een eeuwe­noud the­ma dat door de een­zame stem van de lyra een actueel appel krijgt.

Larmes de l'exil

Oosterse klanken in John Dowlands Lachrimae

  • Lyra: Sokratis Sinopoulos (GR)
  • Ensemble: L'Achéron (FR)
  • Muzikale leiding: François Joubert-Caillet (FR)